2024-09-05
Depulsklepis een cruciaal onderdeel van de stofafscheider van de pulszak en is verantwoordelijk voor de reinigingsfunctie van het systeem. Er zijn drie hoofdtypen: haakse, ondergedompelde en rechte pulskleppen, met afmetingen variërend van 20 tot 76 mm (0,75 tot 3 inch). Het gasverbruik van elke klep varieert van 30 tot 600 m³/min (0,2 tot 0,6 MPa). Normaal gesproken werken pulskleppen voor huishoudelijk gebruik bij 0,4 tot 0,6 MPa, terwijl ondergedompelde kleppen tussen 0,2 en 0,6 MPa werken.
Structuur en werking van de haakse pulsklep
De rechte hoekpulsklepis ontworpen met inlaat- en uitlaatpijpen die in een hoek van 90° zijn geplaatst. Binnenin de klep verdeelt een membraan deze in luchtkamers vooraan en achteraan. Wanneer er perslucht binnenkomt, vult deze de achterste luchtkamer via een klein gasklepgat. De druk in deze kamer duwt het membraan tegen de uitgangspoort van de klep, waardoor de klep in gesloten toestand blijft.
Wanneer een elektrisch signaal van de pulse jet-controller wordt verzonden, beweegt het anker van de klep, waardoor het drukontlastingsgat in de achterste luchtkamer wordt geopend. Dit snelle drukverlies zorgt ervoor dat het membraan terugbeweegt, waardoor gecomprimeerde lucht via de klepuitlaat naar buiten kan komen, waardoor de klep wordt geopend en een krachtige luchtstraal ontstaat.
Zodra het elektrische signaal stopt, wordt het anker gereset, sluit de achterste luchtkamer en wordt de druk weer opgebouwd, waardoor het membraan terug in de gesloten positie wordt gedrukt, waardoor de klep weer wordt afgesloten.
Belangrijkste technische parameters van pulskleppen
Bedrijfsomgeving: Geschikt voor temperaturen tussen -10 en +55°C, waarbij de relatieve vochtigheid niet hoger is dan 85%.
Werkmedium: Schone lucht met een dauwpunt van -20°C.
Injectiedruk: De druk van de gasbron moet tussen 0,3 en 0,6 MPa liggen.
Injectievolume: bij 0,6 MPa injecteert de DMF-25-klep 45 liter per puls, de DMF-40 injecteert 70 liter, de DMF-50 injecteert 160 liter en de DMF-62 injecteert 270 liter.
Elektrische vereisten: De klep werkt op DC24V met 0,8A, AC220V met 0,14A of AC110V met 0,3A.
Installatietips
Bij het aansluiten van de luchtinlaat en -uitlaat van depuls kleppenaan de injectieleiding, zorg ervoor dat de schroefdraden zijn afgedicht met PTFE-tape om lekkage te voorkomen. Vermijd ook dat de schroeflengte bij de luchtinlaat te lang wordt uitgetrokken, aangezien dit het injectievolume kan beïnvloeden.